Met een scala aan inheemse druivenrassen en vele internationale druivenrassen, is Italië met recht een wijnland te noemen. In elk regio van het land worden wel druivenstokken verbouwd om de meest prachtige Italiaanse wijn te kunnen maken. Veneto is de meest productieve regio van het land en ademt dan ook wijn.
Veneto
Jaarlijks wordt er in de regio zo’n 8,5 miljoen hectoliter wijn geproduceerd. Het merendeel is wit, mede dankzij de populariteit van Prosecco en Pinot Grigio. Het landschap wordt getypeerd door vlakten en rivieren, maar ook door bergen en heuvels. Er heerst een mild mediterraan klimaat dat zeer goed is voor de landbouw en het Gardameer tempert de meest extreme temperaturen. Druivenstokken rondom het meer hebben dan ook nauwelijks last van vorst.
Prosecco
De beroemde schuimwijn uit Italië wordt gemaakt van de druif Glera. Het is wereldwijd een enorm succes, maar de verschillen in kwaliteit kunnen groot zijn. De oorsprong van Prosecco ligt in het gebied rond de plaatsen Asolo, Conegliano en Valdobbiadene. De beste wijnen komen van wijngaarden tussen Conegliano en Valdobbiadene.
Gedroogde druiven
Het indrogen van druiven is een echte specialiteit van Veneto. Het indrogen wordt ook wel appassimento genoemd. In het ene geval worden druiven ingedroogd terwijl ze nog aan de stokken hangen en in het andere geval worden ze geplukt en op stromatten in de zon te drogen gelegd of hangen de trossen in speciale schuren om in te drogen. Het resultaat is een druif met een sterk concentraat. Er is immers veel vocht uit de druif verdampt zodat er meer suikers en geconcentreerd sap overblijven.
Amarone en Recioto
Dit proces wordt vooral gebruikt voor de beroemde Amarone en Recioto wijnen uit Valpolicella. De blauwe druivenrassen die hier vaak voor worden gebruikt zijn Corvina, Corvinone, Rondinella en Molinara. Bij een Amarone drogen de druiven wel honderd dagen of langer, de gisting verloopt langzaam en kan maanden duren. De rijping van de wijn gaat vervolgens nog eens ruim twintig maanden of veel langer door. De wijnen worden in houten vaten opgevoed om de wijn nog meer rijkdom te geven.
Een Amarone is een droge rode wijn, maar Recioto is zoet. De gisting bij een Recioto stopt voortijdig en dus blijft er restsuiker achter in de wijn. Daarna wordt de wijn ook in houten vaten gerijpt.
Een derde variant is de Ripasso. Bij dat proces krijgt de basis Valpolicella wijn een tweede gisting met de ongeperste druivenschillen die over zijn van de productie van de Amarone. Dit zorgt voor extra concentraat.
